Taalstoornissen

– Meertaligheid bij kinderen

Men spreekt van twee- of meertaligheid wanneer kinderen tijdens hun ontwikkeling in aanraking komen met meer dan een taal. Het gaat hierbij om kinderen van ouders met verschillende moedertalen, die vanaf de geboorte tweetalig worden opgevoed. Daarnaast gaat het om kinderen van anderstalige ouders die thuis hun moedertaal leren en in kindercentra of op school het Nederlands als tweede taal leren.

Meertalige kinderen kunnen een spraak- en taalachterstand hebben in het Nederlands. Wanneer er een stoornis of achterstand is in de eerste taal, zal ook de tweede taalontwikkeling verstoord verlopen.

Vroegtijdige onderkenning van taalproblemen in de voor- en vroegschoolse periode en begeleiding van de kinderen en hun ouders, bevordert de taalontwikkeling en verbetert de kansen van deze kinderen op school.

Wat doet de logopedist?

Indien er sprake is van een spraak- en taalstoornis, is er logopedische behandeling nodig. De behandeling richt zich op de communicatieproblemen en de verstaanbaarheid in het Nederlands en de moedertaal. Voor dit laatste is samenwerking met de omgeving vereist.

zie voor meer informatie www.kindentaal.nl

– Taalontwikkelingsstoornissen (=TOS)

Men spreekt van taalontwikkelingsstoornissen als de taal zich duidelijk anders ontwikkelt dan gemiddeld. Het kind begrijpt bijvoorbeeld voldoende, maar heeft veel moeite met het formuleren van zinnen of een kind begrijpt voldoende, maar heeft een te kleine woordenschat. Om de diagnose TOS te kunnen stellen is er multidisciplinair onderzoek nodig. Dit kan nadat het kind een half jaar logopedische behandeling heeft gevolgd.

Wat doet de logopedist?

De logopedist onderzoekt de taal en bekijkt op welke onderdelen van de taal het kind uitvalt. De logopedische behandeling richt zich op de zwakke punten van de taal van het kind. Dit kan zijn het taalbegrip, de woordenschat, de woordvorming en/of de zinsbouw.

zie voor meer informatie www.kindentaal.nl

– Vertraagde taalontwikkeling

Men spreekt van een vertraagde taalontwikkeling als de taal van het kind duidelijk achterblijft bij die van leeftijdsgenootjes. Het kind spreekt niet of opvallend minder en soms begrijpt het kind niet goed wat er gezegd wordt.

Wat doet de logopedist?

De logopedist onderzoekt de taal van het kind. De logopedische behandeling kan direct of indirect zijn. Bij een indirecte therapie instrueert en begeleidt de logopedist de ouders/verzorgers in de manier waarop ze het kind tot spreken kunnen stimuleren. Bij de directe logopedische behandeling staat de wisselwerking tussen kind en logopedist centraal. De logopedist traint het taalbegrip en verbetert het luistergedrag; er wordt gewerkt aan de woordenschat en zinsbouw. De ouders/verzorgers krijgen adviezen om thuis gerichte taaloefeningen te doen.